uit zijn kot komen


uit zijn kot komen 1.0

((vooral) in België)

zich ergens mee bemoeien; in de openbaarheid treden en zijn standpunt laten blijken

Algemene voorbeelden


Tenslotte kwam ze zelf uit haar kot en zei: doe niets vóór ik er mijn familie over heb gesproken.

De wekker, André Janssens,

Met al die paniek om hem heen, zal hij wel snel uit zijn kot moeten komen.

Scènes op het werk, Paul Desmedt,