uit zijn kot komen 1.0
((vooral) in België)
zich ergens mee bemoeien; in de openbaarheid treden en zijn standpunt laten blijken
Algemene voorbeelden
Tenslotte kwam ze zelf uit haar kot en zei: doe niets vóór ik er mijn familie over heb gesproken.
Met al die paniek om hem heen, zal hij wel snel uit zijn kot moeten komen.